Doorgaan naar hoofdcontent

Slavernij bij de VOC en WIC - Legitimeren/WIC - deel 2

De overstap van kaapvaart naar slavenhandel was niet echt duidelijk. Het werd op Calvinistische gronden zelfs in de eerste jaren van het bedrijf verworpen.

Er vond een ommekeer plaats en de slavenhandel werd snel gestart. Dit was mogelijk omdat de voordelen van de slavenhandel nu bijzonder goed waren. Handelend in niet-christenen was de slavenhandel toegestaan.
Slavernij WIC

Slavenhalers wilden voor een regelmatige aanvoer van slaven voor de plantages zorgen. Plaatsen aan de West-Afrikaanse kust werden veroverd om te dienen als een verzamelpunt voor slaven. In 1637 werd Elmina, het grote Portugese bolwerk voor slavenhandel, bezet door de Nederlanders. Vanaf dit moment was Elmina het hoofdkantoor van het bedrijf in West-Afrika tot het stopzetten van de WIC. In 1641 volgde Luanda. De WIC maakte zijn macht aan de westkust van Afrika gestaag, waardoor de slavenhandel goed van start kon gaan. De meeste slaven waren echter gevlucht en de toenmalige gouverneur van Nederlands-Brazilië, Johan Maurits van Nassau (1636-1644), werd begraven onder verzoeken om voldoende aanbod van levend ebbenhout te verzekeren. Slavenhandelaars brachten slaven van Dahomey, Angola en andere West-Afrikaanse landen en ruilden ze aan de kust tegen goederen uit de Republiek. De slaven werden vervolgens naar Amerika getransporteerd waar ze opnieuw voor tropische producten ingewisseld werden, die vervolgens naar de Republiek werden vervoerd. Deze handel was wel bekend onder de naam driehoeksvaart.

Een belangrijke rol was weggelegd voor Curaçao. Dit eiland werd stilaan een Nederlands centrum voor de slavenhandel. Van Curaçao werden slaven overgebracht naar Spaans Zuid-Amerika en naar de Franse en Engelse eilanden in de regio. De meeste slaven gingen naar Suriname, dat sinds 1668 in Nederlandse handen was.

Een paar voorbeelden van de manier waarop slaven werden gestraft:
(dit werd als feiten van de onderstaande site gekopieerd, omdat er vragen over dit onderwerp waren)
*zweepslagen uitdelen aan:
mannen, maximaal 25 slagen
vrouwen, maximaal 15 slagen
jongens (14-15jr.) 15 slagen
meisjes (14-15 jr.) 10 slagen
jongeren onder de 14 jaar –
de gezagvoerders mogen toezien op ‘vaderlijke tucht’
Zwangere vrouwen mochten in geen geval met zweepslagen of een kettingboei worden gestraft.
Eigenaren en administrateuren hadden meer bevoegdheid tot het opleggen van zwaardere straffen, zoals:
het verbannen of verplaatsen van slaven naar een andere plantage of grond
het verdubbelen van de straffen die de gezagvoerders mocht uitvoeren, tenzij de eigenaar of administrateur op de plantage zelf woonde, dan was de strafhoogte van de gezagvoerder de norm.

Straffen van slaven- Spaanse bok

*Gezagvoerders van plantages en gronden mochten:
slaven onthouden van sterke drank of melasse, voor maximaal 14 aaneengesloten dagen
slaven ketenen aan een lichte ketting (‘boei’) tijdens dag of nacht voor maximaal 14 dagen
slaven opsluiten gedurende maximaal 14 dagen tijdens de nacht of overdag.

Als jullie meer over willen weten, zoek op informatie hier:
https://deniekasan.wordpress.com/2013/06/29/over-het-straffen-van-slaven-en-eigenaren/


Bronnen:
www.historien.nl/geschiedenis-van-de-nederlandse-slavenhandel/

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gezicht op Delft,1660-1661 - Johannes Vermeer

Gezicht op Delft is een olieverfschilderij van Johannes Vermeer. Het schilderij van de geboortestad van de Nederlandse kunstenaar is een van zijn meest populaire, geschilderd in een tijd waarin stadsgezichten ongewoon waren. Het is een van de drie bekende schilderijen van Delft door Vermeer, samen met 'Het Straatje' en het verloren schilderij 'Huis dat zich in Delft bevindt'. Het gebruik van pointillisme in het werk suggereert dat het de datum is hetzelfde als 'Het straatje' werd geschilderd. Vermeer schilderde Gezicht op Delft vanaf de kade aan de andere kant van de Schie. Waarschijnlijk heeft hij tijdens het schilderen een camera obscura gebruikt. Alsof het door een raam kijkt, biedt het canvas uitzicht op de Schiedamse Poort in het midden en rechts de Rotterdamse Poort, die wordt weerspiegeld in het water van de Stadskolk. De uitwerking is uiterst realistisch. Op de voorgrond zien we een afgemeerd schip en enkele vrouwen in boerderijkleding en sta...

Landbouw in de Gouden Eeuw

Landbouw werd op relatief moderne en efficiënte wijze in de Republiek beoefend. Het was heel belangrijk in die tijd. Innovaties in de land- en tuinbouw leidden tot goede opbrengsten. Voorbeelden hiervan zijn de  methoden van afwatering en de vele droogmakerijen, het verbeterde veevoer en de destijds toegepaste methoden om de vruchtbaarheid van verschraalde gronden te herstellen. De nieuwe technieken werden in de achttiende eeuw in Engeland gevolgd tijdens de zogenaamde agrarische revolutie. Landbouw was de grootste sector in het economische leven in de Republiek. Het land kan in twee delen worden verdeeld: de natte maar vruchtbare kustprovincies in het westen en noorden en de zanderige en dorre landprovincies in het zuiden en oosten. Veruit de belangrijkste oogst was rogge. Het rottend land in de kustprovincies veroorzaakte een transformatie van voornamelijk akkerbouw naar voornamelijk veeteelt. Boeren werden gedwongen om hun inkomen aan te vullen met aanvullende activiteiten,...